Levenskunst Groningen
  • Home
  • Individuele hulp
  • Hulp aan partners
  • Over mij
  • Ervaringen
  • Artikelen
  • Contact

Artikelen

De levensloop als helende weg

17/10/2022

 
Ik was 33 jaar toen mijn jongste zoon geboren werd. Na een vrij turbulente zwangerschap bleek kort na zijn geboorte dat hij ernstig gehandicapt was. Een arts van het consultatiebureau raadde ons aan nader onderzoek te laten doen in het UMCG. De kinderneuroloog kwam al snel met de conclusie van zijn onderzoek: “uw zoon is ernstig geestelijk en lichamelijk gestoord”. In die tijd werd dat nog staande aan je medegedeeld, zonder koffie en tijd voor reflectie.  Een antroposofische arts, mevrouw Lievegoed zei later: “uw kind heeft een prachtige ziel en is een hele wilskrachtige persoonlijkheid en sterk sociaal ingesteld, maar hij heeft ook grote beperkingen, die hij met zich moet meedragen bij zijn verdere leven op aarde” En dat  bemoedigde. Wat is het verschil? Zie zag de potentie van mijn zoon Tessel en ook de beperking. De neuroloog zag alleen de beperking.

In diezelfde tijd werkte ik als maatschappelijk werker in het Martini ziekenhuis. Ik had vele gesprekken met mensen die ook ernstige dingen mee maakten. Vaak intense verlieservaringen als het gaat om hun gezondheid. Ook met blijvende consequenties voor de rest van hun leven. Soms waren er operaties waar ze erg tegenop zagen.

Heel vaak wilden deze mensen graag over hun levensloop vertellen. Alle andere ingrijpende ervaringen uit hun leven rolden er als het ware vanzelf weer uit. Dat viel me op. Er was toen in het land ook een groep maatschappelijk werkers die een studiegroep begonnen over het werken met de levensloop als methode, als werkwijze. Hun vraagstelling was hoe je in gesprekken de levensloop kan aanwenden voor een helende weg. Ik sloot me daar graag bij aan en ontdekte met hen dat dat heel goed mogelijk was. Dat er eigenlijk in de levensloop, in het levensboek, dat voor iedereen een uniek boek is, waar voor iedereen een rode draad in zit, ook één of meerdere levenslessen zitten, die heel vaak gaan over de vraag: “Hoe kan ik een milder mens worden?”. “Hoe kan ik mijn tegenslagen en verliezen een plaats geven? Wat kan ik er nog uit leren?”

Wanneer je het levensverhaal samen met de cliënt ophaalt, naloopt, als verhaal, met alle bijzonderheden die daarbij horen als geboortegrond, het huis waar je geboren bent, de ouders en hun familiegeschiedenis, de sfeer aan tafel, je broers en zussen, bijzondere rituelen, de onderwijzers, de vriendjes, de partnerkeuze en de beroepskeuze dan komt er vanzelf een enorme interesse in de samenhang van alle hoofdstukken.

Vaak is de cliënt, als hij bij je komt, in een situatie beland waar hij niet goed raad mee weet, of vastgelopen is. Het raadplegen van het levensverhaal kan meer licht werpen op de vraag: hoe ben ik geworden wie ik ben. Meestal wordt dan zichtbaar dat in de nieuwe situatie iets van die persoon gevraagd wordt wat hij of zij nog niet kent vanuit zijn achtergrond. Hij of zij moet dus iets nieuws leren. Bijvoorbeeld bij een langdurige ziekte, of een scheiding, of een faillissement. We hebben in het leven nu eenmaal  te maken met gebeurtenissen die ons leven op zijn kop zetten, hoe kan ik die aannemen als nieuwe vertreksituatie?  Meestal wordt ook zichtbaar waarom het toch zinvol is om de crisis te gebruiken om een nieuwe benaderingswijze van het leven aan te leren. Vaak gaat het om verlies van het basisvertrouwen in het leven en hoe krijg ik dan weer het vertrouwen terug als het me uit de handen geslagen is.

Wanneer we met iemand naar zijn biografie gaan kijken maken we twee verticale lijnen op een groot stuk papier. De ene verticale lijn is de tijdlijn: Die begint bij het geboorte jaar. De andere lijn is de eigen biografische lijn vanaf 0 jaar tot heden. Die lijnen worden gevuld met steekwoorden die passen bij die periode.

Als we op de eerste verticale lijn kijken, tijdlijn, nemen we de sociale en maatschappelijke ontwikkeling in ogenschouw. Dat is de context waarbinnen de individuele biografie zich heeft afgespeeld. Als die bijvoorbeeld begint in 1945 en tot nu loopt is daar bijvoorbeeld voor vrouwen enorm veel veranderd.  En daarmee ook voor mannen natuurlijk. Simone de Beauvoir sprak over de tweede sekse. De vrouw staat in dienst van de man, die het hoofd van het gezin was. Zij moest ophouden met werken als zij getrouwd was en haar man faciliteren bij zijn werk.  Zij had tot het begin van de jaren 70 geen bevoegdheid om zelfstandig financiële beslissingen te nemen. Zij was wel min of meer de baas in het huis, maar dat mocht ook weer niet zo benoemd worden. En wat is hier wel niet veranderd!  Deze ontwikkeling bij de vrouwen heeft natuurlijk ook zijn weerslag bij de mannen. Die krijgen een andere rol opgedrongen, met taken in de zorg, pappadagen. Ook zij worden gevraagd zich meer emotioneel te verbinden met hun kinderen dan hun vaders deden.

Zo ook bij de acceptatie van homoseksualiteit in de openbare orde. Tot in de jaren 70 nog gezien als een psychiatrisch ziektebeeld, daarvoor zelfs strafbaar  en tot eind 90 juridische achtergesteld wat betreft de samenlevingsvormen. Nu juridisch en sociaal gelijk getrokken, echter nog niet in alle kerkelijke en allochtone groepen. En in vele andere landen zoals Rusland en de Balkanlanden.

Zo zien we dat de toenemende individualisering heeft geleid tot een afbraak van deze ongelijkheid tussen mensen, waardoor er een veel grotere vrijheid tot het gaan van je eigen levenspad is ontstaan. Je kunt scheiden als je man je slaat of je vrouw je bedriegt, je kunt meer en meer op jou manier je privéleven vorm geven. De secularisatie heeft grote gevolgen gehad voor de samenhang van de groepen mensen, namelijk een steeds grote wordende onsamenhangendheid. Maar er is tegelijkertijd meer ruimte gekomen om los van de groep authentiek te zijn. Je hoeft niet meer als katholiek, naar de katholieke dansles om daar je katholieke meis je ontmoeten, zoals dat bij mijn ouders ging. De dwang van de groep is hier losser geworden.

Als we vervolgens gaan kijken naar de steekwoorden op de tweede individuele biografische lijn, staan die in de context van de tijdlijn. De eigen biografie wordt als het ware geleefd door de tijd die we hebben bekeken op de tijdlijn.

De biografie zelf begint met de geboorte. Hans Stolp, een esoterisch christen, vertelt in zijn boeken hoe vòòr de geboorte, het spirituele wezen van een persoon vanuit de geestelijke wereld afdaalt naar de aarde, om daar bij een ouderpaar als mens geboren te worden. Hij spreekt over geestelijke wereld. Je kunt ook zeggen een potentiële wereld of de kosmos of het universum. Of uit de hogere macht. Het is  eigenlijk een onbenoembare, niet zichtbare wereld. Het is niet eenvoudig en weinigen gegeven om iets over deze grenzeloze mystieke dimensie te zeggen. Niet een eenvoudig en het is geen algemeen aanvaard begrip, maar ik vind het een mooi uitgangspunt. Er is meer dan het louter zichtbare, er is ook potentie in iedereen en in alles. Mevrouw Lievegoed zag de potentie in mijn zoon, ze zag meer dan zijn enorme handicap. Maar als we zeggen dat iemand homo is, of narcist, of neger of transgender, zien we alleen maar een zichtbaar opvallend deel, waar we dan alles aan ophangen. Dit ben je. En dit is dan een concept. We worden van subject, van mens tot object, tot ding gemaakt.

Hans Stolp spreekt in navolging van Rudolf Steiner over dit deel van de mens als Het hogere Zelf, of geestelijk wezen. Je kunt ook zeggen het sterrenlicht van iemand of een parel van liefde en wijsheid. In ieder geval iets van hogere orde dan ons dagelijkse ik. Die parel van liefde en wijsheid begint op aarde zijn levensweg in een menselijk lichaam wat hopelijk ontstaan is uit liefdevol samenzijn van de vader en de moeder. Zo ontvangt dit wezen, zijn lichaampje en zijn startsituatie.

Het zal duidelijk zijn dat met die startsituatie als bijzonder veel gegeven is als decor van de biografie: de ouders, het land, de klasse, de taal, het huis, de gezondheid van het lichaam en wat maakt niet veel uit waar en hoe je geboren gaat worden. Waar je “thuis” bent en wat je daar aantreft.

De biografische lijn laat zich kenmerken door perioden die we ook wel fasen noemen. De peuter- en kleutertijd, schoolleeftijd, puberteit, de adolescent en de volwassenen en vervolgens de ouderen. In iedere leeftijdsfase moet een ontwikkeling plaatsvinden. Hoe gunstiger het genenpakket en de omstandigheden des groter is de kans dat zowel het lichaam en alle organen, maar ook psychologische jas zich krachtig ontwikkelen en ontstaat er een gezond mens. Een van de vele indelingen, zijn de 8 ontwikkelingsfasen van Erik Erikson een Deens Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog. Hij leefde van 1902 tot 1994. Zijn indeling* ziet er ongeveer zo uit:

“Vertrouwen - wantrouwen(0-1,5 jaar)
In de prille kinderjaren ontstaat de hechting met onze moeder. Als die goed verloopt, durven we later in ons leven anderen te vertrouwen.

Autonomie - schaamte(1,5-3 jaar)
In deze fase leren we onszelf beheersen en zelf dingen voor elkaar te krijgen. Wanneer onze ouders ons te veel beschermen en we te weinig zelf mogen doen, of als we belachelijk worden gemaakt wanneer ons iets niet lukt, krijgen we later in ons leven de neiging snel aan onszelf te gaan twijfelen, en durven we minder autonoom te opereren.

Initiatief - schuldgevoel (3-6 jaar)
In deze fase leren we zelf initiatief nemen, een doel stellen en daar naartoe werken. Als onze ouders ons hier niet in aanmoedigen of ons ontmoedigen, zullen we later in ons leven moeite blijven houden met initiatief nemen.

Competentie-minderwaardigheid (6 jaar-puberteit)
In deze periode leren we allerlei vaardigheden die we nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij: niet alleen basale zaken als lezen en schrijven, maar ook verantwoordelijkheid nemen en met anderen opschieten.

Identiteit – rolverwarring (adolescentie)
Bij de overgang van kind naar volwassene gaan we door een identiteitscrisis: wie ben ik, wat wil ik? Als we geen duidelijk antwoord vinden op deze vragen, zullen we steeds op zoek blijven naar welke rol we nu eigenlijk hebben in het leven.

Intimiteit – isolatie (jongvolwassen)
In deze fase gaan we betrokkenheid voelen bij ons werk en ontwikkelen we duurzame, intieme relaties. Als we daar niet in slagen, kampen we met gevoelens van afzondering en eenzaamheid.

Productiviteit - stagnatie (middelbare leeftijd)
Dit is onze meest productieve periode: we brengen kinderen groot, maken carrière en helpen anderen. Het is de fase waarin we onze levensdoelen waarmaken. Slagen we hier niet in, dan raken we in onszelf gekeerd en stagneren we in onze ontwikkeling”.

Dit natuurlijk een heel lineaire indeling, maar het geeft aan welke groei we kunnen doormaken als alles meezit. Maar iedereen hier heeft voldoende levenservaring om te weten dat het meestal niet meezit. Dat er altijd wel factoren zijn, waardoor we fases of delen van fases minder gelukkig doorlopen en daarop verder moeten borduren. Met wantrouwen, met schaamte, met gebrek aan autonomie en met rolverwarring. Vooral de laatste jaren is door wetenschappelijk onderzoek steeds duidelijker geworden, hoe groot het belang is van een goede hechting in de eerste zeven levensjaren. In de eerste jaren van het leven wordt de herseninhoud van een kind vier keer zo groot als bij de geboorte. En als er dan te weinig wezenlijk liefdevol contact is met de primaire verzorgers, ontwikkelen bepaalde delen van de hersenen zich onvoldoende, met levenslange gevolgen, bijvoorbeeld concentratieproblemen.

Het leven kent nu eenmaal ook tegenslagen: armoede, oorlog, ongeletterdheid, alcoholisme, scheidingen, misbruik, gewelddadigheden, verwaarlozing, om er maar een paar te noemen.
Vaak beginnen we aan de fase van volwassenheid met  delen van onze  ontwikkeling waar we niet tot ons recht zijn gekomen. Vaak hebben we maar een wat eenzijdig schema waarmee we het leven benaderen.  In deze fase, worden we door de praktijk van het leven, opnieuw uitgedaagd om vaardigheden, gedrag, mildheid, relativerend vermogen bij te leren. Vaak door vallen en opstaan!
Deze fase van de volwassenheid kent drie belangrijke levensgebieden:
  1. Beroepskeuze en beroep
  2. Partnerkeuze en partnerschap of huwelijk
  3. Gezinsleven in al zijn fasen.

In al die drie gebieden wordt ontwikkeling van ons gevraagd. Daar moeten we aan de bak. Daar worden we gespiegeld. Zijn we succesvol of lopen we vast op onze kwetsbaarheden. Kunnen we ons goed verbinden of gaan we ons isoleren.

In ons beroepsleven worden we specialist op een deelgebied van het maatschappelijke leven en leveren we zo een bijdrage aan de maatschappij. We leren in tal van verhoudingen zo adequaat mogelijk met onszelf en onze omgeving om te gaan. Hoe mooi is dat als dat lukt: als het lukt om een gewaardeerde bijdrage aan het leven te bieden. Dat is heel vervullend, helemaal als het zich ook nog goed uitbetaalt, hoewel dat niet de essentie is.

Een huwelijk is een ontwikkelingsgemeenschap: hoe close, gezellig, liefdevol of erotisch ook, er ontstaan altijd irritaties en daar moet je wat mee. Gevoelig zijn voor wat je partner te vertellen heeft over jouw manier van doen: de feedback aannemen. Als ze moppert omdat je steeds te laat voor het eten thuis komt, doe er dan iets mee, als je slordig bent in het contact, luister naar de feedback en kom erop terug.

Het gezinsleven is een bak vol vreugde en drukte, maar ook een confrontatie met  de genen en de patronen van jezelf en die van je partner. De kinderen spiegelen je eigen onhebbelijkheden en patronen. Dat is niet altijd even leuk. Hoewel veel goed gaat, hebben zonen of dochter later nog wel eens een appeltje met je te schillen. Of het wordt niet uitgesproken en het leidt tot verwijdering die ook pijn blijft doen.

Na de volwassenheid breekt de volgende fase aan, de fase van ouderdom:

Erik Erikson: Tevredenheid - wanhoop (ouderdom)*
“We hebben het gevoel dat ons leven betekenis heeft gehad, kijken er met tevredenheid op terug en accepteren de naderende dood. Kijken we echter met spijt terug en blijven we treuren om mislukkingen en gemiste kansen, dan zullen we de dood niet kunnen accepteren”.

In de fase van de ouder wordende mens zijn deze drukke periode op een gegeven moment min of meer voorbij. Het beroepsleven wordt tot vrijwilligerswerk, bestuurswerk, mantelzorg of we gaan veel reizen of we doen andere zaken waar we nu eindelijk aan toe komen: wandelen, fietsen, lezen, bewegen. Er kan nog van alles ontwikkeld worden: een taal leren of een nieuwe hobby aangaan. We zijn inmiddels ook een dankbare doelgroep voor het zo genoemde Zwitserleven gevoel: een soort welverdiende hemel op aarde na een leven van hart werken. We kunnen ons een tijd prima zorgeloos vermaken met de herwonnen vrijheid.

Het gezinsleven verschuift naar kleinkinderen, die een meer of mindere grote plek kunnen gaan innemen. Dat is afhankelijk van hoe dat je samen wil en waar de kinderen wonen en wat zij nog willen. Vrouwen zullen dat wellicht eerder aanhalen dan mannen uit zichzelf zullen doen. Het kan zijn dat je op herhaling gaat van het gezinsleven en niet echt toekomt aan de volgende fase. Toch brengen kleinkinderen vaak veel vreugde in huis, naarmate het niet een echte verplichting is geworden, wat helaas wel vaak het geval is tegenwoordig.

En het partnerschap komt in een nieuwe verdiepende fase of kan worden afgerond als het gevoel er bij beiden is dat het samenleven niet meer passend is. Zoals dat bij mij was. Een vrouw vertelde me laatst dat zij haar man gevraagd had om haar vrijheid terug te mogen. De kinderen zijn uit huis, laten we elkaar nu maar de ruimte geven voor een nieuwe start. Mooier is het natuurlijk als dat niet hoeft en de relatie een nieuwe fase in mag gaan. De fase van het samen ouder worden.

Eigenlijk bestaat er geen goed woord voor deze fase. We spreken over bejaarden, ouderen of oude van dagen, wat een nogal een eenzijdige  stigmatisering is. We zijn immers niet alleen maar oud, maar ook nog volwassen of volwaardig. De fransen spreken over le troisième âge, de derde levensfase. Er wordt nogal gauw op ons gemopperd als we te duur zijn of in de weg lopen met het bezit van huizen of het gebruiken van kostbare zorg. We worden niet zo gauw gezien als wijze oudere mensen. Het laat misschien zien dat er nog weinig gemeenschappelijk notie is van wat er in deze levensfase gebeurt.

Met de loop der jaren gaan we na de periode waarin we genieten van alle vrijheid en rijkdom van de pensioengerechtelijk leeftijd naar een vervolg fase in de ouderdom. Daar waar we de leeftijd meer en meer gaan voelen en opmerken. De leeftijd, die voor ieder anders kan uitpakken, waar we het verlies van delen van onze gezondheid moeten incasseren. Het kan gaan om kleinere en grotere beperkingen zoals met het gehoor, of met het hart, of met het lopen, de knieën of het zicht. Of  de partner heeft veel zorg nodig en er ontstaat een draagkracht/draaglast disbalans.

Onherroepelijk hebben we vroeg of laat allemaal te dealen met deze verliezen. En de ervaring leert dat verlies incasseren een van de moeilijkste opgaven is. Een nieuw verlies immers roept ook de herinnering op aan eerdere verliezen. We hebben namelijk een verlieskast waarin we alle verliezen keurig opbergen, maar als we die open doen om er nieuw verlies aan toe te voegen worden de oude verliezen vaak weer opgerakeld, gaan soms mee pijn doen.

Het aanvaarden van verlies is moeilijk omdat het een rouwproces oproept waar we vaak geen notie van hebben. Daar worden we niet makkelijker in de omgang van. Rouwen houdt namelijk vier fasen in, weten we sinds Kübler Ross:
  1. Ontkennen, doen alsof er niks aan de hand is.
  2. Boos worden op alles en iedereen en vooral op jezelf, vaak is dit noodzakelijk om tot een waarachtige verwerking te kunnen komen.
  3. Verdriet, pijn durven voelen.
  4. Acceptatie, dan zijn we bij aanvaarding. Maar vaak lopen deze fasen door elkaar heen.

Maar in deze leeftijdsfase kan het ene verlies zich op het andere verlies stapelen. En zo blijven we dan bezig. Hier evenwicht in houden vraagt het nodig van ons en van onze partners. We kunnen veel dempen door veel tv te kijken of door alcohol of spelletjes op de IPad, maar dat is vaak alleen maar uitstel van de beleving van de pijn van het verlies. En juist die beleving  van de pijn kan helpen om tot een werkelijk aanvaarden te komen. “Ja  ik neem deze nieuwe uitgangssituatie aan. Hoe moeilijk die ook voor mij is”. Als dat lukt ontstaat er nieuwe ruimte voor mildheid en liefde in onze ziel. 

Wat dan goed helpen kan, als de verzorgers niet alleen kijken naar onze beperkingen, maar er ruimte is voor onze potentie, voor ons ware wezen, wat we ook terug kunnen vinden in ons levensverhaal, de levensgebeurtenissen die we nog steeds in ons ouder worden lichaam  dragen en waar we trots op zijn die ons vreugde hebben geschonken. Zoals bij deze ouder worden vrouw, die  een boze brief schreef aan haar verzorgers**:
Picture
We krijgen, naarmate we steeds ouder worden steeds meer de tijd om terug te kijken op het verleden, naar de mooie en de zware perioden. Ook de onaffe stukken komen in de rust en soms in de eenzaamheid opnieuw naar boven. De momenten waar we het vertrouwen kwijt raakten, de momenten in ons leven waar we onrechtvaardig zijn behandeld. Waar we zijn belogen, door familieleden, oud-collegae, partners of ex-partners en waar we nog niet mee klaar zijn, hoe graag we er ook een punt achter hadden gezet. Soms vraagt dat nog om “nawerk”.

Hans Stolp beschrijft in zijn boekje over vergeving hoe het van belang is dat we dat gedurende ons leven leren: “Vergeven.” Een schuld die iemand bij ons heeft vereffenen, door die schuld kwijt te schelden. Niet voor die ander, niet ook aan die ander, maar voor jezelf. Wrok en haat zijn beschadigend voor je gezondheid, voor je immuunsysteem. Maar het ego maant ons om wraak te nemen, want het is toch echt onrechtvaardig wat je is aangedaan. Dat is ook zo en de boosheid daarover is volkomen gerechtvaardigd. Maar blijf er niet in steken. Als we in het leven langzaam maar zeker, stapje voor stapje hebben geleerd om minder te blijven steken in de koppige reacties van het ego, kunnen we misschien in het laatste deel van het leven nog het restant aan schulden kwijtschelden. Schoon schip maken, zoals je een schuur opruimt of een tuin winterklaar maakt. Ik scheld het kwijt. Hoe? Hans Stolp zegt door je te verdiepen in de daders. Wat dreef ze ertoe jou zo te bejegenen, welke onmacht, welke onvermogens hadden ze, om het anders, beter, eerlijker met jou te doen. Welke pijn hadden zij. Soms helpt het ook om te kijken naar de momenten waarop jij in het leven van dezelfde noodgreep gebruik moest maken, waar jij pijnlijk bent geweest voor anderen. Wellicht lukt het dan om het gevoelde onrecht los te laten en weer vrij te geven. Er is geen daadwerkelijk contact met ander voor nodig. Jij doet het zelf van binnen. Zoals vrijwel alles in deze fase zich vooral vanbinnen afspeelt. Daarom begrijpen we er zo weinig van in deze gehaaste tijd.

Aanvaarden, vertrouwen opnieuw oproepen waar je kwijt was geraakt en vergeven zijn de drie grote innerlijke opgaven van deze laatste periode van het leven op weg naar het sterven. Want daar zijn we met allen naar op weg. Onherroepelijk. Eigenlijk zijn dit voorbereidingen op het sterven, behoord dit al tot het proces van afscheid nemen van het leven. Het loslaten van storende elementen in je ziel. Vrede krijgen met je bestaan. Je ego-taal loslaten en weer opnieuw ruimte bieden aan je potentie, aan je sterrenlicht of je parel van liefde en wijsheid. De bron waarmee je het leven op aarde bent begonnen en ook weer verlaat, naar die onbekende andere kant, waar ik graag in blijf geloven. De wereld waar al onze potenties bij elkaar komen in een grote zee van concept-loos bestaan.

Is het niet zo dat we van Paulus geleerd hebben dat “de liefde geduldig en vol goedheid is, dat ze geen afgunst kent, geen ijdel vertoon en zelfgenoegzaamheid. Dat ze niet tactloos optreedt en zich niet laat boos maken. Dat ze het kwade niet aanrekent en zich niet verheugd over onrecht maar vreugde vind waarheid” ***

Ook al is dat louter je eigen waarheid.
 
Hans Stolp schrijft:

Dit is de tijd waarin jij worden mag die je bent.
Dit is de tijd, waarin jouw innerlijke schoonheid
eindelijk aan het licht mag komen.

Dit is ook de tijd waarin je leren mag je eigen grenzen
te bewaken, de tijd waarin je je bewust mag worden
van je eigen kracht en van jouw heel eigen,
unieke levensopdracht: kijk maar en word je bewust.
 
We leven in het keerpunt der tijden, waarin allerlei
oude levenspatronen ons gaan ontvallen, een tijd,
waarin al het oude weggevaagd gaat worden
dat niet gebouwd is op het fundament van de liefde.
 
Want in deze bijzondere tijd met al zijn uitdagingen
en beproevingen wil de ware liefde geboren worden
in ons hart. Een onbevangen, universele liefde
die geen grenzen en geen oordeel kent, een liefde
die ons kwetsbaar maakt, onbevangen als een kind.
 
Dit is de tijd, waarin wij al die lessen van het leven
krijgen voorgelegd, die wij nodig hebben
om naar deze liefde toe te groeien. Ben je bereid?
Ben je bereid te groeien aan de lessen van het leven?
 
Dit is de tijd, waarin de liefde klopt aan de deur
van ons hart, een pure, stralende liefde.
Wie de deur opent, zal zien: deze liefde, alleen zij,
is mijn bestemming en mijn toekomst.
 
Dit is de tijd... (Hans Stolp)
 
Groningen 27 september 2022  Dick van der Vlugt.
 

Bronnen:
*zie: https://verkenjegeest.com/de-8-stadia-van-persoonlijke-ontwikkeling-volgens-erik-erikson/
** uit: Gabriel Prinsenberg: Biografisch leren en werken (2020)
*** Nieuwe Testament: 1 Kor. 13.

De partnerrelatie als ontwikkelingsgemeenschap

1/9/2019

 
Foto
Alleen wanneer beide partners oog hebben voor hun eigen aandeel in de problemen die er zijn, is een duurzame relatie mogelijk. Dan wordt de partnerrelatie niet alleen een “warm nest”, maar ook een ontwikkelingsgemeenschap. Maar wat vraagt dat van ieder van hen?
​
Veilig verbonden versus autonomie
Een van de wonderlijkste gegevenheden van de partnerrelatie is dat het paradoxaal genoeg twee elkaar tegengestelde dynamische bewegingen kent: Aan de ene kant is er de behoefte aan een veilige verbinding. Dat betekend dat het vermogen van een koppel om de verbinding veilig te houden een zeer belangrijke bijdrage is aan een gezonde partnerrelatie. Aan de andere kant is er de behoefte aan autonomie. Dat betekend dat in een gezonde partnerrelatie de partners ook kunnen dealen met deze behoefte van elkaar. In een gezonde partnerrelatie is er voldoende ruimte voor autonomie. Hoe meer de partners hun partnerrelatie ervaren als veilig verbonden, hoe meer ruimte is er voor autonomie zonder dat dat tot een crisis hoeft te leden. Een koppel is veilig verbonden als beide partners ervaren dat het emotionele belang wat de partner aan de relatie hecht overeenkomt met wat zij of hij als voldoende ervaart. Veel valt en staat bij het vermogen van partners om elkaar te laten voelen hoeveel waarde zij hechten aan hun samenzijn. Dat gaat natuurlijk beter als de partners dat ook zo van huis uit hebben meegekregen. Dat heeft alles te maken met de hechtingsstijl van hun gezinnen van herkomst.

Inperking vanuit angst
Bij veel mensen zit daar een probleem. Nog maar weinig mensen uit de babyboom generatie kunnen zeggen dat ze veilig verbonden zijn opgegroeid. De opvoedkundige inzichten over hechting zijn pas in de jaren 70 min of meer leidend geworden. Daarvoor was er toch de opvatting dat het al te veel knuffelen van kleine kinderen zou leiden tot verknipte en onzelfstandige volwassen. Daardoor zijn veel van mijn generatiegenoten – net als ikzelf was - gemankeerd in het vermogen om veilig te verbinden. We kennen niet de rust van de veilige verbinding en zijn vaak hard aan het werk voor de liefde of we verbinden niet meer uit pijn en teleurstelling. De autonomie behoefte wordt dan al snel de onruststoker. Oftewel de autonomiebehoefte van de partner of van zichzelf wordt als bedreigend ervaren en daardoor ingeperkt. Of op voorhand al door jezelf of door je partner.
 
Differentiërend vermogen
Zoals het veilig verbinden afhangt van hoe we het vermogen om een verbinding te verzorgen hebben kunnen aanleren in onze ontwikkelingsgeschiedenis, zo hangt het vermogen tot autonomie van een koppel sterk af van hoe ze in hun geschiedenis geleerd hebben om te differentiëren. Kan ik emotioneel op eigen benen blijven staan ook als het gedrag van partner mij zwaar valt. Mijn differentiërend vermogen helpt mij om te dealen met wat mijn partner doet als dat niet direct comfortabel is voor mij. De behoefte aan autonomie van de partner kan mijn verlatingsangst “aanzetten”. Ben ik dan in staat zelf met deze angst te dealen, zonder van mijn partner te vragen zich in te perken voor mij? Maar behalve de autonomiebehoefte van mijn partner kan het ook ander gedrag van mijn partner zijn wat mij triggert in oude pijn. Als een van de partners bijvoorbeeld verwaarloosd zou zijn is dat voor hem of haar een blijvende latente pijn. Die pijn is doorgaans slapend aanwezig. Als de verwaarloosde partner geleerd heeft hard te werken voor de liefde en zijn partner heeft verwend door veel aan de zorg bij te dragen, kan het hem op een gegeven moment opbreken dat zijn partner minder zorgt dan hij . De verwaarloosde partner kan bij de zoveelste keer dat de vuilniszak buiten gezet moet worden in een woedeaanval terecht komen. Immers hij voelt zich opnieuw ernstig verwaarloosd en nu nog wel door diegene die zijn partner is. Dat voelt als verraad. Meestal volgt er dan een aanval op de partner vanuit die onbewuste oude pijn.

De vraag stellen naar de eigen geschiedenis
Het is maar de vraag of die verwaarlozing die nu gevoeld wordt ook echt klopt. Ja, hij wordt wel degelijk zo gevoeld! Maar misschien is zijn of haar partner helemaal niet zo verwaarlozend als gevoeld wordt. Er is misschien wel een bepaalde eenzijdigheid, maar wellicht heeft de verwaarloosd partner dat zelf zo tot stand gebracht door zijn zorgend patroon. En zelfs als het wel zo is ( stel de partner is gemakzuchtig) is het zaak eerst met zelf onderzoek te beginnen en de aanval niet te plaatsen. Differentiërend vermogen is de vraag stellen wat gebeurd er nu en wat heeft dat met mijn geschiedenis te maken. Alleen al de vraag stellen brengt een ander perspectief dan het dwingende perspectief van de getriggerde emotie.

Ontwikkelingsweg
Door onderzoek te doen naar het eigen aandeel in de heftige emotie zet de partner een ontwikkelingsweg in gang. Welke eenzijdigheid in mij maakt mij zo gevoelig voor wat er gebeurd? Wordt ik echt verwaarloosd? Misschien op een gebied wel en op een ander gebied juist weer niet. Heb ik zelf een aandeel in deze verwaarlozing door altijd maar redderend bezig te zijn zonder wat te vragen. En als er al sprake zou zijn van verwaarlozing, wat kan ik dan anders doen dan boos aanvallen vanuit de oude pijn en van partner eisen dat hij mijn oude pijn compenseert. Als het mij lukken zou echt vanuit mijzelf te laten zien wat ik mis en wat dat missen mij doet mede door mijn geschiedenis beken ik kleur. Dan laat ik mijn kwetsbaarheid zien zonder de claim bij mijn partner te leggen dat hij het moet oplossen. Mijn partner kan dan vast wel begrip opbrengen van wat ik doormaak. Ik kan het nu delen zonder aanval. Mijn onderzoek helpt mijzelf liefdevol naar mijn lot te kijken (ja ik werd verwaarloosd), ik krijg daarmee weer grip op mijn oude pijn. Door mijn partner mijn kwetsbaarheid te laten zien krijg ik naast grip ook begrip voor mijn (oude) pijn. De veilige verbinding kan zo weer hersteld worden zonder dat de partner gedwongen wordt om zich aan te passen aan mijn script. Het differentiërend vermogen hersteld het verbindend vermogen en daarmee ontstaat weer de ruimte voor autonomie.

De weg van de verinnerlijkte erotiek.

28/8/2019

 
Foto
​Misschien is een van de lastigste onderwerpen in deze tijd wel seksualiteit. Het is vanaf Adam en Eva altijd al een heet hangijzer geweest, maar in onze tijd is het wel een erg lastig thema geworden. Het misbruikvraagstuk in veel deelgebieden van onze samenleving als kerken en sportverenigingen en de #metoo-affaires in de entertainment-wereld laten aan de ene kant zien dat grensoverschrijdend  seksueel gedrag aan de orde van de dag is. Het rumoer om de Nasvilleverklaring laat anderzijds zien dat als kerkelijke autoriteiten zich uitspreken over wat wel en wat niet mag er een golf van protesten losbreekt. Ook al gaat hier over de seksualiteit van een niet algemeen geaccepteerde minderheidsgroep.

Foto
​Ik deed het afgelopen jaar een jaarcursus Taotraining bij Reinoud Eleveld. Hij is een Sifu, een Taoleraar en hij houdt zich onder andere bezig met transformatie van seksualiteit. Hij noemt onze samenleving gepornografiseerd. De alom aanwezige beschikbaarheid van porno op vrijwel alle media die we gebruiken levert volgens hem een versmalling van de seksualiteit op. Vooral mannen ontwikkelen een type seksbeleving waarbij ze de opgeslagen beelden in hun hoofd nadoen. Vrouwen faciliteren dat soms. Zij hebben hun eigen motieven. Deze “mindseks” is vooral instrumenteel. Het hoofd zit er vol mee en zoekt een object om het te gebruiken. Of misbruiken. Pornografie laat zien wat we  moeten doen om maximale opwinding te genereren.Deze seks wordt door Reinoud Eleveld “seks aan de voorkant” genoemd. Sterk veruiterlijkt, fysiek, niet verbonden met het hart en met elkaar. Na afloop is er weer de eenzaamheid. En de wens om weer sterkere prikkels te zoeken. De beelden lokken vragen naar meer uit. Voeg daarbij dat mannen veelal geneigd zijn om pijnervaringen uit hun leven weg te werken door te dissociëren, dat wil zeggen pijn weg te werken door lust en je ziet dat de weg naar verslaving open ligt. Niet alleen met drank en drugs, maar ook met seks. Vrouwen hebben intergenerationeel vaak een achterstand als het gaat om vrijelijk beleven van erotiek. Vele generaties voor hen moesten zij hun erotische gevoelens onderdrukken uit angst om zwanger te worden op de verkeerde tijd en plaats. Door de voorbehoedsmiddelen is dat veranderd, maar nog maar zeer kort. Er is voor hen een andere tijd aangebroken maar veelal treffen zij mannen die in hun eenzijdige seksbeleving opgesloten zitten.

Foto
Toen ik twaalf jaar oud was bezochten een paar Franciscaner monniken onze lagere school om ons jongens en meisjes, die nog nauwelijks geslachtsrijp waren te laten geloven dat seks slecht was en alleen bestemd voor de voortplanting. In de jaren daarna werd dat vervolgd door biecht-ceremonies die erop gericht waren deze weg te blijven bewandelen. ​Dat was natuurlijk gedoemd om te mislukken. Er was dus voor een serieus en gelovig type zoals ik, altijd wel alle reden voor boetedoening. Alle seksbeleving werd een taboe. Daarmee werd een wig geslagen tussen het bekkengebied en het hart. De seksbeleving werd als een boze duivelse vijand opgesloten in de diepste kerker van de persoonlijkheid. Natuurlijk hield ze zich daar niet stil. Ze is een sterke kracht! Bovendien is ze verbonden met alle andere passies, talenten en vitaliteit. Wanneer seksualiteit onderdrukt wordt, verdwijnt ook een belangrijke richtinggevoel uit je leven. Je weet niet meer goed waar je moet zijn. Ik weet dat goed omdat ik er nogal lang over heb gedaan voordat ik mijn homoseksualiteit heb kunnen omarmen als horend bij mijn wezen. Het werkt een verzuring en verarming van het vermogen tot leven en liefde in de hand.De weg die Reinoud Eleveld met zijn Taotraning  wijst is een beheren en beheersen van onze seksualiteit. Zijn we instaat om onze seksualiteit te trainen? Zoals een sportman zijn spieren traint en een musicus zijn instrument door oefening steeds beter kan beheersen, zodat hij steeds mooier gaat spelen? Kan je door oefening je seksualiteit niet alleen aan maar ook uit zetten als je vindt dat dat moet? Wanneer het gaat om een kind of een cliënt of een ondergeschikte kan je dan de seksuele impuls die aandacht vraagt ombuigen tot een welgemeende menselijke omgangsvorm die passend is bij die verhouding? Is daar oefening voor nodig? Volgens Reinoud Eleveld wel. Het is een sterke kracht die niet zomaar meebuigt met jouw wil. En hoe meer je je overgeeft aan “mindseks”, hoe moeilijker zij zich temmen laat.

Foto
Hoe meer je je seksualiteit omarmt en als weg ziet naar zelfliefde, zonder deze te exploiteren in voorgebakken perverse fantasieën van onze seksistische cultuur, des te meer kan het instrument worden voor liefde met de uitgekozen ander. Er is een middenweg tussen het grensoverschrijdende overspoeld worden door seks en het onderdrukken daarvan. Het is de weg van de verinnerlijkte erotische eigenliefde – het omarmen van jezelf als erotisch wezen- en het verbinden van het bekkengebied met alle rijkdom die daar verscholen is met het hart gebied. Het hoofd kijkt ik stilte toe. Alleen wanneer het hoofd waarneemt dat de erotische impuls niet passend is bij de afgesproken rolverdeling grijpt het in door te begrenzen en te transformeren. Zonder oefening gaat dat waarschijnlijk niet.

Dick van der Vlugt

Vallen en opstaan in de levensloop

27/5/2016

 
Foto
Hoe oud is een kindje, als het gaat lopen? Je hebt vroege lopers en langzame starters aan het begin van de levensloop. Het gebeurt ergens in het tweede levensjaar volgens mij. De marge is ruim. En het is een moment waar je als ouders niets over te vertellen hebt. Het gebeurt op een bepaald moment en het is de kunst om als ouders je niet te veel aan te trekken van verwachtingen van jezelf of anderen. Maar als het eenmaal zover is, is het wel een wonder! Ik herinner me hoe onze oudste zoon tijdens een vakantie in Frankrijk ergens op een strand zijn eerste stapjes maakte en er die vakantie geen genoeg van kon krijgen. Hij liep als het ware de zon tegemoet. 

Het begin
Maar dan begint het vallen en opstaan. Een pijnlijk proces van moeite doen, soms succesvol zijn, dan weer tegenslag incasseren, omvallen, vaak pijnlijden, huilen en weer opnieuw beginnen. Tot je lopen kan. De levensloop is begonnen, letterlijk nu. Het leren praten volgt als alles normaal verloopt daarna tot het bijzondere moment dat je kind "ik" gaat zeggen en zichzelf als middelpunt van zijn eigen bestaan benoemt. Bijzonder mooi om mee te maken.

En dan ben je er nog niet
Eigenlijk geldt deze ontwikkeling voor alle vaardigheden die we als mens door alle leeftijdfases heen ons eigen maken. Steeds is er weer dat aanleren van nieuwe dingen in elke volgende levensfase: Het je meer en meer eigen maken van het leven.

Toch blijft er ook na alle aangeleerde vaardigheden in de volwassenheid nog een levensopgave zo lijkt het, waar we voorlopig niet direct mee klaar zijn. Die heeft meer met de ziel te maken. Het denken, voelen en willen van onszelf hebben zowel een lichtere kant als een schaduwzijde: Soms is het denken over onszelf en anderen in complexe situaties helder, dan weer erg irrationeel. Soms voelen we zuiver aan waar het bij onszelf of anderen om gaat, dan weer worden we ingeperkt door gevoelens van schuld, angst of kwaadheid. Soms kunnen we effectief onze wilskracht inzetten voor een doel wat we graag willen bereiken, dan weer zijn we verlamd en komen we geen stap verder met iets wat we wilden.

Terugkerende motieven
Deze licht en duister bewegingen in de ziel kennen allerlei variaties die per uniek persoon verschillen en in de loop van het jaar en in de loop van het leven steeds weer andere tussenkleuren opleveren. Vaak zitten er terugkerende motieven bij die we evenzeer als "vallen en opstaan" kunnen beleven als de peuter die leert lopen. Soms staan we een stukje boven de stof, dan weer zitten we onder de maat. Steeds opnieuw doen we nieuwe pogingen om een levensopgave de baas te worden.

Nieuw gedrag aanleren
​Vaak moeten we daarvoor nieuw gedrag aanleren, anders met gevoelens omgaan, anders leren denken, teleurstellingen verwerken en een plaats geven, wantrouwen overwinnen, ons opnieuw inzetten voor een hechte verbinding met onszelf, anderen of ons werk. En het lijkt erop dat hoe intiemer de verhouding is waar onze ziel mee van doen heeft, des te sterker zijn de wisselingen waar we mee te maken krijgen.

Foto
Vallen en opstaan
​Door een aangeboren handicap heeft mijn jongste zoon nooit leren lopen. Ook het normale spreken is voor hem niet of nauwelijks mogelijk. Toch zie ik ook bij hem vallen en opstaan. Behalve dat hij zich inzet voor elk millimetertje ontwikkeling wat hij wel kan bereiken, zie je hem opbotsen tegen zijn grenzen. Steeds weer. Nu hij ouder is geworden zie je hem daar soepeler mee omgaan. Wat hij niet kan, meer aanvaarden. Wat hij wel kan, uitbuiten. Er komt in de loop der jaren een zachte kracht om hem heen. Heel bijzonder om te volgen. 

Geheime bron
Behalve het steeds aanleren van nieuwe vermogens en andere vaardigheden is er dus ook de weg van het verstaan en aanvaarden van wat nu niet mogelijk is. Genoegen nemen met minder dan je had gedacht te krijgen en daarvan toch iets te maken. Het zijn beide mogelijkheden van het IK, een geheime bron in de ziel die het denken, voelen en willen van ieder mens kan laten oplichten en authentiek en autonoom kan maken: Zo ben ik, zo doe ik het nu, hier sta ik. Hier moet ik het mee doen, accepteer me maar, of ik ga nog wat proberen, maar dan anders.

Crisis
Dit IK is vanaf de geboorte met ons hele wezen verbonden en is in de loop van ons leven soms meer, dan weer minder de sturende instantie in onszelf. En als we het moeilijk hebben, ziek worden, of in een crisis geraken lijkt dit IK soms onvindbaar. Weg lijkt de autonomie en authenticiteit. Weg het vermogen om te aanvaarden of te veranderen. 

Soms lukt het ons niet meer om de (rode) draad opnieuw op te pakken en verliezen we de moed. We zeggen wel: bij de pakken neerzitten. Die pakken zijn de levensthema's die we in dit leven bij ons dragen. Soms kunnen we er niet goed mee verder. Vaak is dat het moment waarop we een arts of therapeut raadplegen. Door een vraag, een gedachte, een oefening, een medicijn kan de therapeut helpen rigide opvattingen en patronen op een bepaald punt in onze ziel, weer soepel te maken. Wat vast zit wordt weer in beweging gebracht, wat koud is wordt verwarmd en wat te warm is wordt bekoeld. Wat te veel in beweging is wordt tot rust gebracht. Zo wordt opnieuw balans gebracht in een verstoord evenwicht. 

Het moet van binnenuit komen
​En net als bij leren lopen is dit een geheimzinnig proces. De therapeut heeft over het resultaat niet veel te vertellen: het moet als het goed is bij de patiënt van binnenuit komen. Niet bij de pakken neer blijven zitten, maar opstaan. Niet zomaar weer gaan staan, maar er anders in gaan staan, makkelijker, gezonder, meer in overeenstemming met je ware aard. Vaak zijn dat onverwachte nieuwigheden waar je dan in stapt, met onverwachte resultaten. Vaak net zo bijzonder om mee te maken als een kind wat leert lopen. Opstaan in de levensloop.

Foto
Veranderen
In de kringloop van het jaar kunnen we leren beleven hoe de kracht van ons IK in de ziel verbonden is met de seizoenen en daarin meebeweegt. De weken voor Pasen worden ook wel vastentijd of lijdenstijd genoemd. Het is de tijd waarin in de natuur vrijwel alle takken nog kaal zijn en het gras nog maar moeilijk groen wordt. De dagen beginnen al te lengen, maar ook al is er meer licht het is nog koud. Vroeger at men de laatste wintervoorraad uit de kelder voor het nieuwe groen weer beschikbaar was. Geen gemakkelijke tijd! In de ziel lijkt het soms alsof het IK zich terug te trekt in allerlei lichamelijke processen. Je kan mogelijk in jezelf meer schaduwwerking ervaren dan anders. We kunnen net als bij een ziekte of in een crisis meer onze beperkingen ervaren. Er lijkt minder vrije ruimte in de ziel. In deze tijd worden we - net als bij een ziekte of een crisis - uitgenodigd om naar onszelf te kijken. Of onszelf vragen te stellen. Deze tijd zou je kunnen vergelijken met de diagnose, wat letterlijk doorzien betekend: door hebben wat er met je aan de hand is.

Tussen Goede Vrijdag en Pasen
​Sommige mensen ervaren jaarlijks dat er tussen Goede vrijdag en Pasen iets bijzonders gebeurt in de natuur. Pasen is de eerste zondag na de eerste volle maan na het lentepunt. Na Pasen begint in de natuur het volle leven zich weer uitbundig te tonen. Alles wordt groen, overal komen bloemen in bloei. De Paastijd, die zes weken duurt, zou je kunnen vergelijken met de therapie, wat behandeling betekent. Door te behandelen ga je iets veranderen in je zelf. Het Ik wordt uitgenodigd zijn sturende plaats in de levensloop weer meer in te nemen: met nieuwe moed iets veranderen of met zachte kracht aanvaarden dat iets niet meer kan en de wijsheid opbrengen om tussen beiden te kiezen.

Dick van der Vlugt






    Auteur

    Dick van der Vlugt

    Archieven

    October 2022
    September 2019
    August 2019
    May 2016

    Categorieën

    All

    RSS Feed

Ik ga een eigen geinspireerde weg

Ik ben sinds 1 januarie 2016 niet meer aangesloten bij een beroepsvereniging. De zorgverzekeraars stellen naar mijn idee steeds meer niet relevante eisen, terwijl ze steeds minder vergoeden of daar zelfs zomaar vanaf zien. Regelmatig doe ik zelf aan bijscholing en intervisie en ik werk vanuit een holistisch mensbeeld, geïnspireerd door antroposofie en  Inner Growth van Bart ten Berge. 

CONTACT

Levenskunst
Dick van der Vlugt
Top Naefflaan 68
9721 VD Groningen
Email: dickvandervlugt@gmail.com

INTAKE

Vul het intakeformulier in om u aan te melden.
Intakeformulier
Delen
  • Home
  • Individuele hulp
  • Hulp aan partners
  • Over mij
  • Ervaringen
  • Artikelen
  • Contact