Alleen wanneer beide partners oog hebben voor hun eigen aandeel in de problemen die er zijn, is een duurzame relatie mogelijk. Dan wordt de partnerrelatie niet alleen een “warm nest”, maar ook een ontwikkelingsgemeenschap. Maar wat vraagt dat van ieder van hen?
Veilig verbonden versus autonomie
Een van de wonderlijkste gegevenheden van de partnerrelatie is dat het paradoxaal genoeg twee elkaar tegengestelde dynamische bewegingen kent: Aan de ene kant is er de behoefte aan een veilige verbinding. Dat betekend dat het vermogen van een koppel om de verbinding veilig te houden een zeer belangrijke bijdrage is aan een gezonde partnerrelatie. Aan de andere kant is er de behoefte aan autonomie. Dat betekend dat in een gezonde partnerrelatie de partners ook kunnen dealen met deze behoefte van elkaar. In een gezonde partnerrelatie is er voldoende ruimte voor autonomie. Hoe meer de partners hun partnerrelatie ervaren als veilig verbonden, hoe meer ruimte is er voor autonomie zonder dat dat tot een crisis hoeft te leden. Een koppel is veilig verbonden als beide partners ervaren dat het emotionele belang wat de partner aan de relatie hecht overeenkomt met wat zij of hij als voldoende ervaart. Veel valt en staat bij het vermogen van partners om elkaar te laten voelen hoeveel waarde zij hechten aan hun samenzijn. Dat gaat natuurlijk beter als de partners dat ook zo van huis uit hebben meegekregen. Dat heeft alles te maken met de hechtingsstijl van hun gezinnen van herkomst.
Inperking vanuit angst
Bij veel mensen zit daar een probleem. Nog maar weinig mensen uit de babyboom generatie kunnen zeggen dat ze veilig verbonden zijn opgegroeid. De opvoedkundige inzichten over hechting zijn pas in de jaren 70 min of meer leidend geworden. Daarvoor was er toch de opvatting dat het al te veel knuffelen van kleine kinderen zou leiden tot verknipte en onzelfstandige volwassen. Daardoor zijn veel van mijn generatiegenoten – net als ikzelf was - gemankeerd in het vermogen om veilig te verbinden. We kennen niet de rust van de veilige verbinding en zijn vaak hard aan het werk voor de liefde of we verbinden niet meer uit pijn en teleurstelling. De autonomie behoefte wordt dan al snel de onruststoker. Oftewel de autonomiebehoefte van de partner of van zichzelf wordt als bedreigend ervaren en daardoor ingeperkt. Of op voorhand al door jezelf of door je partner.
Differentiërend vermogen
Zoals het veilig verbinden afhangt van hoe we het vermogen om een verbinding te verzorgen hebben kunnen aanleren in onze ontwikkelingsgeschiedenis, zo hangt het vermogen tot autonomie van een koppel sterk af van hoe ze in hun geschiedenis geleerd hebben om te differentiëren. Kan ik emotioneel op eigen benen blijven staan ook als het gedrag van partner mij zwaar valt. Mijn differentiërend vermogen helpt mij om te dealen met wat mijn partner doet als dat niet direct comfortabel is voor mij. De behoefte aan autonomie van de partner kan mijn verlatingsangst “aanzetten”. Ben ik dan in staat zelf met deze angst te dealen, zonder van mijn partner te vragen zich in te perken voor mij? Maar behalve de autonomiebehoefte van mijn partner kan het ook ander gedrag van mijn partner zijn wat mij triggert in oude pijn. Als een van de partners bijvoorbeeld verwaarloosd zou zijn is dat voor hem of haar een blijvende latente pijn. Die pijn is doorgaans slapend aanwezig. Als de verwaarloosde partner geleerd heeft hard te werken voor de liefde en zijn partner heeft verwend door veel aan de zorg bij te dragen, kan het hem op een gegeven moment opbreken dat zijn partner minder zorgt dan hij . De verwaarloosde partner kan bij de zoveelste keer dat de vuilniszak buiten gezet moet worden in een woedeaanval terecht komen. Immers hij voelt zich opnieuw ernstig verwaarloosd en nu nog wel door diegene die zijn partner is. Dat voelt als verraad. Meestal volgt er dan een aanval op de partner vanuit die onbewuste oude pijn.
De vraag stellen naar de eigen geschiedenis
Het is maar de vraag of die verwaarlozing die nu gevoeld wordt ook echt klopt. Ja, hij wordt wel degelijk zo gevoeld! Maar misschien is zijn of haar partner helemaal niet zo verwaarlozend als gevoeld wordt. Er is misschien wel een bepaalde eenzijdigheid, maar wellicht heeft de verwaarloosd partner dat zelf zo tot stand gebracht door zijn zorgend patroon. En zelfs als het wel zo is ( stel de partner is gemakzuchtig) is het zaak eerst met zelf onderzoek te beginnen en de aanval niet te plaatsen. Differentiërend vermogen is de vraag stellen wat gebeurd er nu en wat heeft dat met mijn geschiedenis te maken. Alleen al de vraag stellen brengt een ander perspectief dan het dwingende perspectief van de getriggerde emotie.
Ontwikkelingsweg
Door onderzoek te doen naar het eigen aandeel in de heftige emotie zet de partner een ontwikkelingsweg in gang. Welke eenzijdigheid in mij maakt mij zo gevoelig voor wat er gebeurd? Wordt ik echt verwaarloosd? Misschien op een gebied wel en op een ander gebied juist weer niet. Heb ik zelf een aandeel in deze verwaarlozing door altijd maar redderend bezig te zijn zonder wat te vragen. En als er al sprake zou zijn van verwaarlozing, wat kan ik dan anders doen dan boos aanvallen vanuit de oude pijn en van partner eisen dat hij mijn oude pijn compenseert. Als het mij lukken zou echt vanuit mijzelf te laten zien wat ik mis en wat dat missen mij doet mede door mijn geschiedenis beken ik kleur. Dan laat ik mijn kwetsbaarheid zien zonder de claim bij mijn partner te leggen dat hij het moet oplossen. Mijn partner kan dan vast wel begrip opbrengen van wat ik doormaak. Ik kan het nu delen zonder aanval. Mijn onderzoek helpt mijzelf liefdevol naar mijn lot te kijken (ja ik werd verwaarloosd), ik krijg daarmee weer grip op mijn oude pijn. Door mijn partner mijn kwetsbaarheid te laten zien krijg ik naast grip ook begrip voor mijn (oude) pijn. De veilige verbinding kan zo weer hersteld worden zonder dat de partner gedwongen wordt om zich aan te passen aan mijn script. Het differentiërend vermogen hersteld het verbindend vermogen en daarmee ontstaat weer de ruimte voor autonomie.
Veilig verbonden versus autonomie
Een van de wonderlijkste gegevenheden van de partnerrelatie is dat het paradoxaal genoeg twee elkaar tegengestelde dynamische bewegingen kent: Aan de ene kant is er de behoefte aan een veilige verbinding. Dat betekend dat het vermogen van een koppel om de verbinding veilig te houden een zeer belangrijke bijdrage is aan een gezonde partnerrelatie. Aan de andere kant is er de behoefte aan autonomie. Dat betekend dat in een gezonde partnerrelatie de partners ook kunnen dealen met deze behoefte van elkaar. In een gezonde partnerrelatie is er voldoende ruimte voor autonomie. Hoe meer de partners hun partnerrelatie ervaren als veilig verbonden, hoe meer ruimte is er voor autonomie zonder dat dat tot een crisis hoeft te leden. Een koppel is veilig verbonden als beide partners ervaren dat het emotionele belang wat de partner aan de relatie hecht overeenkomt met wat zij of hij als voldoende ervaart. Veel valt en staat bij het vermogen van partners om elkaar te laten voelen hoeveel waarde zij hechten aan hun samenzijn. Dat gaat natuurlijk beter als de partners dat ook zo van huis uit hebben meegekregen. Dat heeft alles te maken met de hechtingsstijl van hun gezinnen van herkomst.
Inperking vanuit angst
Bij veel mensen zit daar een probleem. Nog maar weinig mensen uit de babyboom generatie kunnen zeggen dat ze veilig verbonden zijn opgegroeid. De opvoedkundige inzichten over hechting zijn pas in de jaren 70 min of meer leidend geworden. Daarvoor was er toch de opvatting dat het al te veel knuffelen van kleine kinderen zou leiden tot verknipte en onzelfstandige volwassen. Daardoor zijn veel van mijn generatiegenoten – net als ikzelf was - gemankeerd in het vermogen om veilig te verbinden. We kennen niet de rust van de veilige verbinding en zijn vaak hard aan het werk voor de liefde of we verbinden niet meer uit pijn en teleurstelling. De autonomie behoefte wordt dan al snel de onruststoker. Oftewel de autonomiebehoefte van de partner of van zichzelf wordt als bedreigend ervaren en daardoor ingeperkt. Of op voorhand al door jezelf of door je partner.
Differentiërend vermogen
Zoals het veilig verbinden afhangt van hoe we het vermogen om een verbinding te verzorgen hebben kunnen aanleren in onze ontwikkelingsgeschiedenis, zo hangt het vermogen tot autonomie van een koppel sterk af van hoe ze in hun geschiedenis geleerd hebben om te differentiëren. Kan ik emotioneel op eigen benen blijven staan ook als het gedrag van partner mij zwaar valt. Mijn differentiërend vermogen helpt mij om te dealen met wat mijn partner doet als dat niet direct comfortabel is voor mij. De behoefte aan autonomie van de partner kan mijn verlatingsangst “aanzetten”. Ben ik dan in staat zelf met deze angst te dealen, zonder van mijn partner te vragen zich in te perken voor mij? Maar behalve de autonomiebehoefte van mijn partner kan het ook ander gedrag van mijn partner zijn wat mij triggert in oude pijn. Als een van de partners bijvoorbeeld verwaarloosd zou zijn is dat voor hem of haar een blijvende latente pijn. Die pijn is doorgaans slapend aanwezig. Als de verwaarloosde partner geleerd heeft hard te werken voor de liefde en zijn partner heeft verwend door veel aan de zorg bij te dragen, kan het hem op een gegeven moment opbreken dat zijn partner minder zorgt dan hij . De verwaarloosde partner kan bij de zoveelste keer dat de vuilniszak buiten gezet moet worden in een woedeaanval terecht komen. Immers hij voelt zich opnieuw ernstig verwaarloosd en nu nog wel door diegene die zijn partner is. Dat voelt als verraad. Meestal volgt er dan een aanval op de partner vanuit die onbewuste oude pijn.
De vraag stellen naar de eigen geschiedenis
Het is maar de vraag of die verwaarlozing die nu gevoeld wordt ook echt klopt. Ja, hij wordt wel degelijk zo gevoeld! Maar misschien is zijn of haar partner helemaal niet zo verwaarlozend als gevoeld wordt. Er is misschien wel een bepaalde eenzijdigheid, maar wellicht heeft de verwaarloosd partner dat zelf zo tot stand gebracht door zijn zorgend patroon. En zelfs als het wel zo is ( stel de partner is gemakzuchtig) is het zaak eerst met zelf onderzoek te beginnen en de aanval niet te plaatsen. Differentiërend vermogen is de vraag stellen wat gebeurd er nu en wat heeft dat met mijn geschiedenis te maken. Alleen al de vraag stellen brengt een ander perspectief dan het dwingende perspectief van de getriggerde emotie.
Ontwikkelingsweg
Door onderzoek te doen naar het eigen aandeel in de heftige emotie zet de partner een ontwikkelingsweg in gang. Welke eenzijdigheid in mij maakt mij zo gevoelig voor wat er gebeurd? Wordt ik echt verwaarloosd? Misschien op een gebied wel en op een ander gebied juist weer niet. Heb ik zelf een aandeel in deze verwaarlozing door altijd maar redderend bezig te zijn zonder wat te vragen. En als er al sprake zou zijn van verwaarlozing, wat kan ik dan anders doen dan boos aanvallen vanuit de oude pijn en van partner eisen dat hij mijn oude pijn compenseert. Als het mij lukken zou echt vanuit mijzelf te laten zien wat ik mis en wat dat missen mij doet mede door mijn geschiedenis beken ik kleur. Dan laat ik mijn kwetsbaarheid zien zonder de claim bij mijn partner te leggen dat hij het moet oplossen. Mijn partner kan dan vast wel begrip opbrengen van wat ik doormaak. Ik kan het nu delen zonder aanval. Mijn onderzoek helpt mijzelf liefdevol naar mijn lot te kijken (ja ik werd verwaarloosd), ik krijg daarmee weer grip op mijn oude pijn. Door mijn partner mijn kwetsbaarheid te laten zien krijg ik naast grip ook begrip voor mijn (oude) pijn. De veilige verbinding kan zo weer hersteld worden zonder dat de partner gedwongen wordt om zich aan te passen aan mijn script. Het differentiërend vermogen hersteld het verbindend vermogen en daarmee ontstaat weer de ruimte voor autonomie.